Als het gaat over andere directories die niet altijd "gemount" moeten
zijn, maar wel "beschikbaar", dan gebruik je best de automounter. Zit in
het pakket "autofs". Het principe hier is dat je ofwel in een bestand in
/etc, ofwel in een LDAP of NIS directory, opgeeft waar je graag bepaalde
zaken gemount wilt zien. Je mount dan op die plaats een speciale
"autofs" share, die door de automounter afgehandeld wordt. Zo lang niets
probeert om onder die directory iets te benaderen, is dat alles wat er
gebeurt. Van zodra je echter probeert een bestand te openen onder die
automount directory, gaat de automounter achter de schermen eerst de
benodigde mount uitvoeren, en kan je aan je bestanden, vrijwel zonder
vertraging. Wanneer je de bestanden onder die share voor lange tijd niet
gebruikt, gaan de mounts dan ook weer weg.